Veiligheidsplanken C24 rood

In de reglementering van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), met name artikel 434, wordt bepaald dat een collectieve valbeveiliging aangebracht moet worden als werknemers blootgesteld worden aan een val van meer dan 2 m.

Let op: De reglementering stelt niet dat er geen valbeveiliging aangebracht moet worden als de valhoogte minder dan 2 m bedraagt. Als er gewerkt wordt in een zone met verhoogde risico’s, moet wel degelijk een valbeveiliging aangebracht worden. De valbeveiligingen moeten doorlopend zijn en mogen enkel onderbroken worden op de toegangsplaats tot een ladder. De leuningen moeten voldoende hoog zijn en minstens voorzien zijn van een bovenlat, een tussenleuning en een kantlijst. Het ARAB schrijft tevens de afmetingen van de leuningen voor (Art. 434.7.2.): veiligheidsplanken

De valbeveiligingen moeten doorlopend zijn en mogen enkel onderbroken worden op de toegangsplaats tot een ladder. De leuningen moeten voldoende hoog zijn en minstens voorzien zijn van een bovenlat, een tussenleuning en een kantlijst. Het ARAB schrijft tevens de afmetingen van de leuningen voor (Art. 434.7.2.):

  • de bovenlat van de leuning op 1 m tot 1.2 m hoogte boven het werk op loopvlak
  • de tussenleuning tussen 40 tot 50 cm boven het werk- of loopvlak
  • de kantlijst moet minimum 15 cm hoog zijn om vallend materiaal te voorkomen

Ook volle borstweringen of beplatingen met een hoogte van minstens 1 m kunnen worden toegepast.

Veiligheidsplanken C24 rood